Witte waterkers behoort tot de kruisbloemenfamilie en groeit van nature op vochtige plaatsen met stromend water. Ze komt in het wild voor aan de randen van beken, vijvers en bronnen, bij voorkeur in gedeeltelijke schaduw. Met een goede toevoer van vers water kan ze ook zonlicht verdragen. Ze vormt scheuten die dicht bij de grond groeien met bladeren die tot 80 cm lang kunnen worden. In de 16e eeuw werd het al op grote schaal verbouwd in Engeland, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland en maakte het deel uit van de burgerlijke keuken als vitaminerijke groente. De traditionele teelt vond plaats in de open lucht in speciaal aangelegde sloten en is nu zeldzaam. De teelt voor thuisgebruik is de laatste jaren echter toegenomen, omdat waterkers ook geschikt is voor de teelt onder water in potten. De malse bladeren hebben een aangename peperachtige en licht kruidige smaak en worden gebruikt in salades, sauzen en soepen. Ze kunnen geblancheerd of rauw worden gegeten en zijn een goede smaakmaker als ze fijngehakt en vers worden gebruikt. Bij de oogst is ervoor te zorgen dat dit voor de bloei gebeurt. Wilde waterkers mag niet worden geoogst, omdat het vaak is besmet met ziektekiemen, pesticiden en parasieten, vooral als het in de buurt van schapenweiden en akkerland ligt. Het wordt gebruikt als homeopathische en volksgeneeskundige plant en zou de eetlust en leveractiviteit stimuleren.
Er zijn geen beoordelingen.
Bekijk a.u.b. onze privacyverklaring