De stekelige papaver is een subtropische plant en komt uit het Caraïbische gebied, kan echter in een gematigd klimaat heel goed als eenjarige sierplant worden gehouden. De ronde gele bloemen en de opvallend gevormde bladeren met stekels maakt er een heel bijzonder gezicht van in het zomerbloembed. Bij de Azteken was de Mexicaanse stekelige papaver een veel gebruikte geneeskrachtige plant bij infecties. Zowel de wortel als ook het melksap werden voor verschillende medicinale doeleinden gebruikt, omdat ze een licht narcotisch, pijnstillend en een plaatselijk verdovend effect hebben. De bladeren kunnen gedroogd worden gerookt, en een aftreksel als thee werkt effectief tegen malaria. De plant geldt ook als een effectieve afrodisiacum. De overvloedig geproduceerde zaden zijn net als bij andere papaversoorten erg vettig, weliswaar niet eetbaar en worden alleen voor industrieel gebruik aangeraden, bijvoorbeeld voor de productie van zeep.
Er zijn geen beoordelingen.
Bekijk a.u.b. onze privacyverklaring