De rode guichelheil is een laagblijvende plant met zeer lang houdbare, stervormige en rode bloemen uit de sleutelbloemenfamilie. Hij bloeit de hele zomer tot in de herfst en vestigt zich graag in moestuinen in voedselrijke grond. In het oude Griekenland geloofde men dat het kon worden gebruikt om melancholie te behandelen. De plant werd in de Middeleeuwen ook gebruikt om vermeende geesteszieken te genezen, wat ook terug te vinden is in de naam 'gauch' betekent 'gek' in het Middelhoogduits. Een bereiding van het kruid van de rode guichelheil als thee is welbekend in de volksgeneeskunde. Het is echter alleen geschikt voor uitwendig gebruik, omdat het licht giftig is en het genezende effect overschaduwd kan worden door de bijwerkingen. Net als vele andere giftige planten wordt het daarom bij voorkeur gebruikt in de homeopathie, hoewel het kruid ook zijn rechtvaardiging heeft: Gebruikt als sterk aftreksel op de huid, verhoogt het de activiteit van de huid en kan het in de juiste dosering worden gebruikt om etterende wonden te drogen en zweren en wratten te behandelen. Het is ook geschikt om te roken en was in de Middeleeuwen al bekend als reinigende en beschermende wierook. Het werd vooral gerookt in kamers waar bloed was vergoten en was bedoeld om de kamer te reinigen van subtiele stoffen.
Er zijn geen beoordelingen.
Bekijk a.u.b. onze privacyverklaring