De Paardenboon of labboon is een kleinzadige en aanzienlijk oudere vorm van de "dikke boon", die tegenwoordig als groente alleen nog regionaal, bijvoorbeeld in het Westfaalse gebied, van betekenis is. Al 5000 v.Chr. werd ze in het Middellandse Zeegbied gecultiveerd. Haar hoogtepunt had ze in Europa waarschijnlijk in de Middeleeuwen, ze was tot in de 16. eeuw een enorm belangrijk hoofdvoedsel, werd dan echter van de uit de nieuwe wereld geïmporteerde tropische tuinbonen verdrongen. Zoals haar talloze namen, daaronder paardenboon, wierboon of duivenboon getuigen, werd ze vanaf nu hoofdzakelijk als groenvoer verbouwd. Ze is echter een goede groente met een zoetachtige smaak. Daarbij komt, dat ze geen klimhulp nodig heeft, maar gewoon net als gewone bonen in de hoogte groeit. Een verder voordeel is, dat ze, in tegenstelling tot de meeste tuinbonen, zeer koude tolerant is en al vanaf eind februari gezaaid kan worden.
Er zijn geen beoordelingen.
Bekijk a.u.b. onze privacyverklaring