De wilde korenbloem was ooit een veel geziene gast op gecultiveerd- en akkerland in Europa, maar is sindsdien als zodanig verdrongen door het gebruik van pesticiden en het reinigen van zaden dat hij nu in zijn wilde vorm is gecategoriseerd als een bedreigde soort. Het wordt nog steeds beschouwd als een onkruid in de landbouw, omdat het landbouwgrond deelt met granen en koolzaad. De bloemen en knoppen van de korenbloem zijn eetbaar en kunnen worden toegevoegd aan salades of worden gekookt. Van bijzonder belang is het gehalte aan Anthocyanen, een blauwe kleurstof waaraan de bloem zelf (Centaurea cyanus) haar naam ontleent. Dit maakt het mogelijk om blauwe voedselkleurstof uit de bloemen te verkrijgen, die kan worden gebruikt om desserts en gebak te kleuren. De verkregen kleur is ook geschikt als kleurstof voor stof, hoewel het niet was vast is. Als geneeskrachtige plant is hij niet erg belangrijk hoewel de wilde vorm wel enkele actieve bestanddelen bevat, in tegenstelling tot de siervariëteiten. Historisch werd het gebruikt om oogklachten te behandelen en te voorkomen en werd beschouwd als een magische geneeskrachtige plant. De bloem had een bijzondere symbolische betekenis in het oude Rome, waar ze werd gebruikt als haarsieraad voor de godin van de oogst. Het werd en wordt ook gebruikt door verschillende politieke partijen als symbool van erkenning, waaronder de illegale Duitse nationalistische beweging in het pre-fascistische Oostenrijk, maar ook als het partijembleem van de Zweedse Liberale Partij en de Estlandse nationale bloem.
Er zijn geen beoordelingen.
Bekijk a.u.b. onze privacyverklaring