Kop kool, spitskool, palmkool, boerenkool, bloemkool, broccoli, koolrabi: zaden van zeldzame en beproefde koolsoorten. Groentekool is een één- tot tweejarige of vaste kruidachtige plantensoort van het koolgeslacht. Alle gekweekte vormen zijn terug te voeren op wilde kool, waarvan er vijf verschillende vormen zijn, die elk in een verschillende omgeving leven.
Het is niet eenvoudig om te achterhalen waar en wanneer de afzonderlijke gecultiveerde vormen zich uit de wilde vormen hebben ontwikkeld. In ieder geval is er duidelijk bewijs van de teelt van groene kool in Griekenland en Italië rond de 3e eeuw voor Christus - in Duitsland is er geen bewijs van kool als gewas tot de 16e eeuw.
De term kool verwijst naar de groentekool. Dit omvat alle gekweekte vormen van het koolgeslacht (Brassica) en is al lang bekend in Centraal- Europa in verschillende variëteiten. Lange tijd werd kool beschouwd als 'armeluisvoedsel' en was het daarom niet erg populair in toprestaurants, maar deze mening is de laatste jaren sterk veranderd, omdat kool veel belangrijke ingrediënten bevat, zoals vitamine C, B-complexvitaminen, bètacaroteen, foliumzuur, kalium, calcium en ijzer.
Bovendien is kool gewoon lekker! Als stamppot, groente pan, gestoofde schotel, koolrolletjes, gratin, quiche of zelfs koolsla - en groentekool is heel veelzijdig: Er zijn zoveel soorten kool, niet alleen bloemkool, rode kool, savooiekool en spruitjes, maar ook veel variëteiten die alleen regionaal bekend zijn.