Aubergine zaden
Aubergines komen oorspronkelijk uit Azië, waar ze al zo'n 4000 jaar als gewas bekend zijn. Ze kwamen pas veel later naar Europa. De huidige kennis is dat de Saracenen de zaden van deze speciale vruchten uit Perzië naar Andalusië brachten en ze daar begonnen te verbouwen. De eerste bewijzen van het gebruik van aubergines zijn te vinden in Italië in de 15e eeuw.
In Europa worden bijna uitsluitend variëteiten gebruikt die langwerpige, donkerpaarse vruchten produceren. De verscheidenheid van aubergines is echter veel groter, want ze hebben vormen die variëren van rond tot eivormig en langwerpig, en het kleurenspectrum wanneer ze rijp zijn varieert ook van wit tot geel en rood tot paars en bijna zwart eenkleurig en gestreept.
Aubergines behoren tot de nachtschadefamilie en kunnen daarom, net als aardappelen, niet rauw worden gegeten. Gekookt, gegrild en gebakken zijn ze een vast onderdeel van de Turkse, mediterrane en Oosterse keuken. Zeer bekende auberginegerechten zijn: Ratatouille, Moussaka en Baba Ghanoush.
De plant is erg warmte minnend en heeft veel zon nodig om volwassen te worden. Daarom worden ze op onze breedtegraden alleen als eenjarige planten in kassen gekweekt, hoewel aubergines eigenlijk vaste planten zijn.
De aubergine staat ook bekend als eierboom en melanzania.